dinsdag 5 oktober 2010

Tektoniek van San Sebastiano


Begonnen in 1460 volgens de plannen van Leon Battista Alberti, was het gedeeltelijk afgesloten in het midden van jaren 1470, toen de bouw was vertraagd en niet meer was geregisseerd door Alberti. Als gevolg is er weinig overgebleven van het werk van Alberti, afgezien van het plan, dat wordt beschouwd als een van de vroegste en belangrijkste voorbeelden van de in de Renaissance centraal gesitueerde kerken. dat één van de vroegste en meest significante voorbeelden van Renaissance centraal-geplande kerken wordt besproken. Het plan is in de vorm van een Grieks kruis, met drie identieke wapens die de apsis centreren, (=De apsis, absis of abside (absidiool), is een halfronde, of veelhoekige, nisvormige ruimte aan een basilica, kerk, kathedraal of tempel) onder een centraal gewelf zonder enige binnenlandse verdelingen. De kerk ligt op een begane grond crypte die was bedoeld om te dienen als een mausoleum voor de Gonzaga familie.

(Voorbeeld van een apsis)

Alberti verklaart dat de esthetische verschijning van een gebouw wordt bepaald door twee componenten: schoonheid en ornament. Schoonheid is als de harmonie van en de overeenstemming tussen alle delen zodanig dat niets kan worden toegevoegd of weggenomen zonder schade aan het geheel. Ornament is een soort glans die wordt toegevoegd om de schoonheid te verhogen. Schoonheid is iets aantrekkelijks dat eigen en ingeboren is en dat over het geheel is verspreid, terwijl ornament iets is wat is toegevoegd en ergens op aangebracht. Ornament is de verfraaiing van het gebouw in de ruimste zin van het woord, van de stenen voor de buitenmuren tot de kandelaars binnen.

Alberti benadrukt meer dan eens dat de zuil zonder meer het voornaamste ornament in elke architectuur is. De zuil neemt dan ook een prominente plaats in Alberti’s esthetica in, en grote delen van zijn werk houden zich met haar bezig.

(Een voorbeeld van een zuil in het werk van Alberti)

Door de zuil in de categorie van het ornament te plaatsen raakt Alberti één van de centrale problemen van de renaissance-architecuur aan. Omdat hij uitgaat van de muur, het belangrijkste element van de hele renaissance architectuur, ziet hij de zuil in de eerste plaats als decoratie. Hij was niet bekend met de griekse temepel, waarin de zuil het basiselement van het gebouw vormt. De architectuur van de Romeinse keizertijd, die zijn enige voorbeeld was, kan worden opgevat als tussenstadium tussen de griekse bouw kunst en die van de renaissance. Zij is wezenlijk een architectuur van de muur, met alle compromissen die nodige bleken om de griekse zuilenorden om te vormen tot zuivere wanddecoratie; toch blijft in veel gevallen de oorspronkelijke functionele betekenis van de orden behouden.


Het volledig ontbreken van kolommen in de gevel betekende voor Rudolf Wittkower een beslissende keerpunt in de interpretatie van Alberti's architectuur, die verder gaat dan zijn uitspraken in De Re Aedificatoria waar hij de kolom beschouwd als een van de meest nobele ornament van het gebouw. De gevel verbergt een narthex (=
De narthex, soms ook atrium of paradijs genoemd, is de voorhal of het portaal van een kerkgebouw) die over de volledige breedte van de structuur loopt en precies even breed is als de hoogte van de ingang van het niveau van de top van het fronton, maar kan worden uitgerust met de perfecte geometrie van het plein. De tempel voorzijde is omgezet door Alberti in de muur-architectuur, zoals Wittkower opmerkt. Ook is er een complete reeks van pilasters, zoals pilaren ingebed in de wand weggelaten om de twee buitenste, en onhandige deuropeningen te flankeren.

(Voorbeeld van een narthex)

Twee buiten trappen werden toegevoegd in de twintigste eeuw; voorafgaand aan 1925 tonen de oude foto’s bij de ingang één enkele trap aan quattrocentologgia die aan het ontwerp van Alberti wordt toegevoegd was. Wittkower toont aan dat het plan van Alberti uit een reeks trappen bestaat die de volledige breedte van façade betrok en die tot vijf deuren leidt.

De tektoniek van dit gebouw valt in de doorsnede vrij goed uit te leggen. Hierin valt meteen op dat het mausoleum meerdere kolommen in de ruimte heeft staan. Dit komt omdat de kerk van San Sebastiano op het mausoleum gebouwd diende te worden. Het gehele gebouw valt onder ceramische bouw. Dit wil zeggen dat de (grotendeels) constructie bestaat uit stenen.

Wat mogelijk van toepassing kan zijn is dat er gebouwd kan zijn met driehoekige bakstenen. Zo werd het wel makkelijker om bogen te maken, aangezien er dan een steen weggelaten kon worden. Deze kon opgevuld worden met een bewerkbaar materiaal en worden afgewerkt. Dit is puur speculatie.

http://data.GreatBuildings.com/gbc/drawings/San_Sebastiano_Sect_2.jpgBuiten de muurarchitectuur die naar boven komt ziet men dat de dakconstructie die overigens niet in het oorspronkelijke plan voorkwam is geconstrueerd uit houten balken en liggers. De stenen constructie zou in het oorspronkelijke plan weg gepleisterd worden aangezien het zo als kerk werd beschouwd als een sereen en heilig geheel.


(Een doorsnede van San Sebastiano)

(De balkverbinding in San Sebastiano)


dinsdag 28 september 2010

San Sebastiano

San Sebastiano van Leon Battista Alberti



























Er werd gezegd dat het idee voor de kerk van San Sebastiano is ontstaan in een droom van Ludovico Gonzaga, een rijke en goed opgeleide lid van de Gonzaga clan die de stad Mantua heerste.
Alberti beantwoorden zijn oproep en maakt een plan voor de kerk, deze werd gestart in 1460. Er waren veel problemen met het terrein en er was gebrek aan interesse. Dit veranderde veel aan het oorspronkelijke ontwerp van de kerk.







De oorspronkelijke compositie is de vorm van een Griekse kruis met de portiek toegevoegd aan de voorkant. De originele tekeningen van Alberti zijn onbekend maar de Italiaanse architect Antonio Labacco liet een tekening van de belangrijkste verhoudingen van de kerk, vermoedelijke gekopieerd van een andere tekening of een model, maar het word beschouwd als de beschrijving die het dichtst bij de oorspronkelijke (de griekse kruis in de plattengrond) bedoeling.
Het keerpunt van het denken van Alberti was door de zuilen te laten ontbreken. Rond 1450 werden de zuilen door Alberti beschouwd als het voornaamste ornament van de architectuur. Zijn afzien van het gebruik van de zuilen in de San Sebastiano moet dus wel op een verandering in zijn therorie wijzen- hij moet het standpunt dat hij in zijn Tien boeken had verdedigd achter zich hebben gelaten. Hoewel deze volte face niet door een expliciet uitspraak in zijn geschriften kan worden gedocumenteerd, is het getuigenis van dit late gebouw veelzeggend genoeg: hij moet de eigentijdse eis van een logische constructie van de muur hebben afgewogen tegen de autoriteit van de klassieke oudheid en hebben besloten de vermenging van zuil en muur, een compromis waaraan menige renaissance-architecten evenwel zou vasthouden, te verwerpen ten faveure vaa een uniforeme muurarchitecuur.



Toch bleef de oudheid in het middelpunt van zijn denken staan. Achter de facades van de San sebastiano is nog altijd een klassieke tempelfront met zuilen, hoofdgestel en timpaan te herkennen. Maar de voorkant van de cella heeft zich hier als het ware (waarschijnlijk het oorspronkelijke gevel aanzicht)naar voren gedrongen in de orde waarvan de zuilen, geheel in overeenstemming met het karakter van de muur, in pilasters zijn veranderd.
Een dergelijke aanpassing van het Griekse tempelfront vinden we soms al bij de Romeinen, hoewel
niet vroeger dan de tweede eeuw na Chr. En bovendien nooit in de tempelarchitecuur. De rombe van Annia Regilla in de Valle Caffarella bij rome, uit de tweede helft van de tweede eeuw, is een voorbeeld dat Alberti zeker heeft gekend.
De facade van San Sebastiano is voor een vestibulum geplaats. De breedte is hier gelijk aan de hoogte, van het niveau van de ingang tot de top van het fronton, zodat het door een vierkant kan worden omgschreven. Het gebouw toont veel gesloten muren. Er rust een ongewoon zwaar entablement op ongewoon smalle pilasters. Het middentravee is erg smal, terwijl de zijtraveeën opvallend breed zijn.




Situatietekening:












dit zijn doorsnedes van het oorspronkelijke plan, en na de renovatie in 1925. De rechtertekening is een vooraanzicht van het huidige gebouw.














De afbeelding hier rechts, is een afbeelding van het interieur voor de renovatie.

Verhoudingen gebruikt in San Sebastiano de Mantua,

Er wordt gezegd dat het idee voor de kerk van San Sebastiano is ontstaan in de droom van Ludovico Gonzaga, een rijke, goed opgeleide en krachtigste lid van de Gonzaga clan die de stad Mantua heerste. Alberti zijn oproep beantwoord en maakte een plan voor de kerk, die werd gestart in 1460. Veel problemen met het terrein en gebrek aan interesse verslechterde het ontwerp van de kerk veel van het oorspronkelijke plan. Het is een klassieke compositie in de vorm van Grieks kruis met de portiek toegevoegd aan de voorkant. De originele tekeningen van Alberti zijn onbekend, maar de Italiaanse architect Antonio Labacco liet een tekening van de belangrijkste verhoudingen van de kerk, vermoedelijk gekopieerd van een andere tekening of een model, maar het wordt beschouwd als de beschrijving die het dichtst bij de oorspronkelijke bedoeling. Sint Sebastiaan, de patroonheilige van de kerk van Alberti in Mantua, was een zeer Christelijke man en stond bekend als een uitstekend soldaat in het leger van de keizers Diocletianus en Maximianus wiens regering begonnen in 287 volgens The Golden Legend van de Voragine. Sebastian maakt gebruik van zijn goede klassementen te bedekken zijn ware missie, die was om te helpen en comfort gevangen christenen. Toen de keizer Diocletianus werd zich bewust van de inherente verraad, beval hij soldaten naar Sebastian koppelen aan een post in het centrum van het kamp en hem vol met pijlen te schieten. Hij overleefde op wonderbaarlijke wijze de wonden keizers te verwijten voor hun wrede behandeling van christenen. Ze beval hem doodgeslagen en lichaam geworpen in het riool aan het martelaarschap te voorkomen. Sint Sebastiaan bleek Saint Lucina onthullend haar waar zijn lichaam ligt in om goed te worden begraven in de buurt van de overblijfselen van de apostelen. De Voragine begint de legende van Sint-Sebastiaan met ongewone etymologische analyse van de naam Sebastian:

Sebastian komt uit sequens, volgende, beatitudo, zaligspreking astim, stad, en Ana, boven en daarom iemand die streeft de zaligspreking van de stad op hoog, de stad van de hemelse glorie - met andere woorden, degene die verwerft en het bezit van die stad.

Het lijkt erop dat Alberti precies deze metafoor van de stad, de hemelse stad gebruikt, terwijl beoordeling van het plan voor San Sebastiano. Deze metafoor verwijst naar Mantua zelf: een welvarende stad onder invloedrijke Gonzaga familie. Volgens de beschrijving Labacco, de plattegrond bakent een perfecte octagram, en als we rekening houden met de metafoor van de stad, octagram echo Vitruvius 'recept voor de ruimtelijke ordening: een curiosa schema van acht winden dat moet worden overwogen om verschillende ziekten te voorkomen dat winden zou veroorzaken bij de burgers, indien niet zorgvuldig vermeden.

Sommigen hebben gesteld dat er vier winden: de Solanus van de equinoctiale oosten, de Auster vanuit het zuiden, Favonius van de equinoctiale westen en Septentrio uit het noorden. Maar degenen die hebben geïnformeerd ijveriger vaststellen dat er acht zijn: vooral inderdaad Andronicus van Cyrrha, die ook, voor een voorbeeld, gebouwd in Athene een achthoekige marmeren toren, en op de verschillende zijden van de achthoek, voorstellingen hadden van de wind gesneden tegenover hun verschillende stromingen -. Vitruvius, De Architectura, IcVI

Misschien, Vitruvius zinspeelt meer naar de samenstelling beginsel en een set van verhoudingen zijn gebaseerd op de geometrie van de octagram, dan het beschrijven van een echte suggestie voor een vorm van de stad, aangezien bijna geen stad was gepland in de vorm van de achthoek. Octagram is een erg handige tool proportionele sinds haar irrationele geometrie wordt gerationaliseerd door de reeks van progressies genoemd Pell serie. Net als Fibonacci progressies onderlinge aanpassing van de geometrie van een pentagram, dat doet onderlinge aanpassing van de Pell's geometrie van octagram.

Pell Series

Als we kijken naar de plattegrond van San Sebastiano, zoals opgesteld door Labacco, vinden we dat de hele compositie is gemaakt van de maatregelen die uit de eerste serie Pell's:
1 2 5 12 29 70 169 ...
1 3 7 17 41 99 239 ...
1 4 9 22 53 128 309 ...
1 5 11 27 65 157 379 ...

Alberti gebruikte de eerste van de serie Pell's, vermenigvuldigd met twee: 2, 4, 10, 24, 58, 140, ... Hij pakte de nummer 58 voor de sise van de grootste projectie plein. De octagramic kruis, afgeleid van deze progressie, heeft de zijkant van 24 eenheden, aangezien dit nummer staat voor 58 in de eerste van de serie Pell's.

Volgende wat je moet doen, is het middelste vierkant van 24 braccia doormidden en de helften gaan naar de zijkanten van het plein. Dit vertegenwoordigt de fundamentele opzet van de plattegrond van San Sebastiano. Een koepel is 34 braccia diameter van rust op een vierkante basis, terwijl de omliggende gangen zijn 12 braccia breed. Verdere maatregelen afkomstig uit de herhaalde procedure, dit keer met een vierkant van 34 braccia als uitgangspunt. De octagramic cross 34 braccia breed heeft - gerationaliseerd door de progressie - 14 braccia voor een kant. Beide nummers zijn in dezelfde progressie: 34 = 10 + 24, terwijl 14 is de som van de voorgaande factoren 10 en 4. Opnieuw het centrale plein is verdeeld in de helft en de maatregelen die worden overgedragen aan de zijkanten van de basis vierkante produceren een oppervlakte van 20 braccia, dat is de breedte van de omliggende gangen. De verdeling van de maatregelen gaat zelfs nog verder, het startpunt nu het plein van 20 braccia. De ingeschreven kruis heeft 8 braccia voor een kant, aangezien 20 = 2 x 10 en voorafgaand aan factor is 4 of 2 x 4 = 8, de diameter van de halve cilindrische niches embeded in de kopwanden van de gangpaden. Geen enkele maatregel wordt weggelaten, omdat volgens de recunstruction tekeningen gemaakt door Alberti Olivetti-groep, de uiterste buitenrand maatregelen van San Sebastiano zou 70 braccia zijn, en Nummer 70 komt direct na 58 (2 x 29) in de eerste progressie Pell's.

Op deze manier het hele reservaat bestaat uit een enkel progressie Pell, met gebruikmaking van alleen getallen en hun combinaties van een enkele progressie. Het moet gezegd worden dat dit slechts een geometrische illustratie van de manipulatie van de factoren van Pell's progressies en deze geometrische benadering is niet noodzakelijkerwijs in dienst van Alberti, kon de architect gewoon geplukt van de geschikte nummers van het gekozen progressie weten, dat u echter combinate deze nummers onderling, zal je altijd blijven binnen het systeem, nooit verliezen de harmonische relatie tussen een deel en een geheel.

Geometrische illustratie van Pell's progressie eerste

Octagram lotus is met de relaties, zoals gedefinieerd door de progressie van de 1e Pell's. De verhouding van twee opeenvolgende factoren in de progressie is oneindig nadert √ 2 + 1. Hoe verder we gaan langs de progressie lijn van de meer nauwkeurige benadering van irrationele waarde van √ 2 + 1 wordt steeds. Anteceding aantallen worden verkregen door vermenigvuldiging van het nummer van het basisstation door twee, en de toevoeging van het vorige nummer. Als we de progressie te beginnen met 1, 2, zal het volgende nummer worden 2x2 +1 = 5, de volgende 2x5 +2 = 12, 12x2 +5 = 29, en ga zo maar door.

Labacco bladeren drie verticale maatregelen: 13 1 / 3, 33 1 / 3, en 56 2 / 3 braccia. Deze maatregelen zijn in verhouding 4: 10: 17, en al deze maatregelen voor de verheffing van San Sebastiano zijn ook factoren van de eerste progressie Pell's. Bij het beschrijven van de samenstelling van de tempels Vitruvius beschrijft in detail proporties van het menselijk lichaam en de relaties tussen de verschillende onderdelen. Deze relaties zijn altijd uitgedrukt door middel van kleine gehele getallen, en het lijkt erop dat Alberti zorgvuldig dat het voorschrijven gevolgd, aangezien alle extreme dimensie van San Sebastiano kan worden teruggebracht tot kleine gehele getallen.

maandag 13 september 2010

Villa Emo van Andrea Palladio

ALGEMEEN

Andrea Palladio, Italiaans architect, theoreticus en publicist. De belangrijkste architect van de late renaissance, maakte een diepgaande studie van de klassieke architectuur en van de werken uit de hogere renaissance, met name van Michelangelo. Hij beïnvloedde zowel door zijn bouwwerken als door zijn geschriften de verdere ontwikkeling van de Europese bouwkunst. Het merendeel van zijn gebouwen wordt gekenmerkt door grote harmonie en eenvoud in de proporties. Voor de gevels van zijn Palazzi en kerken gebruikte hij de kolossale orde.

Nadat de overzeese handel was ingestort en series van militair falen waren gevoerd, viel Venetie terug op zijn eigen regio, het Veneto. De grootste stoot tegen de economie veroorzaakte een agrarische ontwikkeling op het platteland. Dit leverde een mogelijkheid om te investeren in de handel. De Veneto verschilt van de andere villas in Italie, omdat de economische omstandigheden de functie hebben vastgelegd.

Venitianen richten zich op textielfabricage, landbouw en luxegoederen. Rond Venetie werden moerasgebieden drooggelegd voor de landbouw en er moest woonruimte komen voor de nieuwe bewoners die zich hier wilden vestigen. De bouwexplosie vond plaats in de 16e eeuw en Palladio met zijn praktische geest en zijn gevoel voor schoonheid voldeed bij uitstek aan de behoefte van zijn Venetiaanse opdrachtgevers.

In de historie van de italiaanse villa was de intentie rust en ontspanning in de trant van de natuur. De Veneto villa daarentegen was een boerderij voor arbeid. Er ontstond een nieuwe interesse in het agrarische leven en het werd ervaren als een heerlijke en goddelijke beleving. Door de welvaart op het land, was het moeilijk te geloven dat er meer geld verdiend kon worden buiten de agrarische werkzaamheden. Het nuchtere uiterlijk van de villa is in overeenstemming met het ideaal van Vita Sobria (gepubliceerd op advies van Alvise Comaro halverwege de 16e eeuw). Volgens Palladio waren de huizen die antiek genoemd werden gebouwd zonder decoratie. Er ontstond een idee om de villa te zien als een object en het werd vervolgd in een serie objecten. Op deze manier verdween zijn persoonlijkheid tot een bepaald punt in het werk.


VILLA EMO LANDSCHAP EN SITUATIE

Leonardo di Giovanni Emo erfde als kind een uitgebreid landgoed met een villa. Reeds van het begin van de 16e eeuw streefde de familie Emo ernaar deze landerijen de cultiveren, maar het was pas 2 generaties later, in 1558, dat een afstammeling besloot een nieuwe villa op het landgoed te laten bouwen. De villa is sindsdien in de handen van de familie gebleven, wat waarschijnlijk de goede staat waarin het gebouw zich nu nog bevind verklaart. Villa Emo is een van de beste voorbeelden van het ‘’barchesse’’ type verwerkt in een villa. Het is ook een van de weinige gebouwen waarbij het ontwerp en de indeling zoals gepubliceerd in de “Quattro Libri” (die in 1556 verscheen en nog steeds in de handen van familie Emo is) nauwkeurig gevolgd zijn.

De zichtlijnen zijn in villa Emo door middel van een assenkruis weergegeven (zie tekening hieronder)

1 zichtlijn geeft het agrarisch programma weer (groen) de andere zichtlijn geeft het cultuurlandschap weer (rood). Door de zichtlijnen te laten geleiden met de populieren lijkt het net of het land van de eigenaar tot aan de horizon reikt. (zie afbeeldingen hieronder)

Palladio’s villa's zijn zowel op een plat landschap gesitueerd als op een heuvel of berg. Een van de villa's op een vlak landschap is villa Emo. Dit is een voorbeeld van een compleet ontwerp op een as. Het ontwerp vertoont veel elementen van Palladio’s vocabulaire, die gebruikt werd om huizen, tuinen en landschappen in relatie te brengen.Hierbij was de functie van de villa's meestal ondergeschikt aan de compositie. Hieronder zijn een aantal villa's van Palladio te zien:

De raison d^etre van de Veneto Villa was reclame vanuit het platteland. Vanuit dit perspectief was de eigenaar van de villa centraal in het uitzicht. De originele lay-out van de voortuin is onbekend, echter wordt er gesuggereerd dat het een open ruimte betrof. Een open voortuin verzekerde namelijk dat de villa van veraf gezien kon worden en dat het een groots uitzicht had over de velden. Deze velden waren voornamelijk gemaakt volgens de Romeinse ‘’Centuratio’’, welke nog steeds bestaat in een primitieve vorm. Dit systeem bestaat uit vierkanten van 625 x 625 meter. Hieronder is een luchtfoto te zien van de villa met een deel van de tuin:


De moestuin is gesitueerd aan de rand van de tuin en gecamoufleerd door hoge heggen en boven. De bomen die zich op de assen van het gebouw bevinden hebben een belangrijke functie. Zij zijn een onderdeel van de elementen in de tuin (denk verder aan lage muurtjes, poortjes en bomen) die het uitzicht dwingt naar de horizon. Door de tuin, het huis en het landschap op deze manier te linken verkrijgt men een esthetisch uitzicht. De zichtlijnen van de loggia en hal zijn ook in deze richting geschakeld, namelijk richting de toegangswegen van het landschap. Het landschap en de villa vallen hierdoor samen in een architectonisch gebouw.

VILLA EMO EXTERIEUR

De villa word geflankeerd door twee eenvoudige zijvleugels, die beide eindigen in een duiventil. (zie afbeelding hieronder)

Deze torenachtige constructies dienen als tegengewicht van het dominerende centrale gedeelte, en om de lagere zijvleugels een einde te geven. Bovendien vangen ze de blik van de toeschouwer en leiden die naar het belangrijkste deel, het woongebied van de bewoners. Het fronton met beelden benadrukt de gevel. De functie van de villa wordt nog geaccentueerd door een veel gebruikte techniek van Palladio, hij verheft het middenblok t.o.v. de andere delen door het op een sokkel te zetten. De trap die naar de portiek zou moeten voeren, is hier vervangen door een helling die tevens dienst kan doen als dorsvloer. (zie afbeelding hieronder)

De ongebruikelijk lange zijvleugels zijn een teken van voorspoed. Dit is de enige manier waarop het succes van de familie Emo wordt uitgedrukt aangezien verder nergens luxe is te ontdekken. Het idee van de “heilige landbouw” schakelde elke verheerlijking van de landheer uit.

De villas zijn gebaseerd op 3 kenmerken van Palladio:

1. Rekenkundige verhoudingen

· Samenhang binnen het gebouw

· Volumetrische grootte

· Individuele ruimtes

2. Dramatisch exterieur

· 3-verdeling in de entree

(3 verdeling in aanzicht van hoofdgebouw van villa Emo)

· Griekse kenmerken (ornamenten op hoofdvolume bijvoorbeeld)

· Dubbele kolomlagen

3. Economisch materiaalgebruik

· In Venetie, waar de eigenaren van de villas van Palladio vandaan kwamen, werden de paleizen met zo duur mogelijke materialen gebouw en bekleed, wat in groot contrast is met de villas van Palladio, waar zoveel mogelijk gebuik werd gemaakt van economische materialen.

In villa Emo gebruikte Palladio voor de muren baksteen wat werd afgewerkt met stucwerk in plaats van marmer. Ook zijn de ornamenten aan zuidzijde van het gebouw gemaakt van terra cotta inplaats van dure stenen. Echter zijn deze duurde materialen wel gebruikt aan de noordkant van het gebouw vanwege het weer. Als laatst zijn de architraven die de frontons ondersteunen gemaakt van hout wat gestuct is in plaats van steen.

De entree versterkt de status van het gebouw en wekt een goddelijke status voor de eigenaar. Het familiewapen is dan ook verwerkt in de voorgevel van het gebouw. De entree is naar achteren geplaatst (substractie) en wordt geaccentueerd door de trap. (zie afbeelding hieronder)

De treden zijn zo geconstrueerd dat het gebouw opgetild word van het landschap. Dit levert drie voordelen op. De bediendes wonen nu onder het huis in plaats van aan of tegen het huis en er is een beter overzicht over het landschap waardoor het behaaglijker word. Hierdoor krijgt de villa meer status en lijkt het alsof hij het landschap beheerst. Ook was dit tegen overstroming van de “rijke” ruimtes.

Villa Emo is opgebouwd volgens het arcadische ideaal. Namelijk wat verloren gaat aan de buitenkant valt terug te winnen in het interieur. In de versieringen aan de muren van de ontvangstkamers kon het ideaal van het plattelandsleven opnieuw gecreëerd worden en werd het landschap hersteld naar zijn arcadiaanse betekenis. Arcadia, als de perfecte illusie, was dus toegevoegd aan de villa.


VILLA EMO INTERIEUR

Het interieur is in tegenstelling tot het exterieur erg luxe uitgevoerd. In de ruimten van de eigenaren zijn de wanden versierd met fresco’s die door de Italiaanse schilder Giovanni Battista Zelotti (een bekende van Palladio die in meerdere van zijn villa’s fresco’s heeft gemaakt). Het interieur is nog bijna niet veranderd sinds de villa gebouwd is. Dit komt voornamelijk door het feit dat de villa al die tijd in handen van de familie Emo is gebleven. Sinds kort is de villa verkocht. Hieronder vind u een aantal afbeeldingen van de fresco's in villa Emo:

In de villa is er een duidelijke scheiding tussen dienende en bediende ruimtes. Ze worden als volgt ingedeeld:

Laag, aan het oog onttrokken ruimtes:

· Kelders

· Voorraad

· Keukens

Hoger, in het zicht gelegen ruimtes:

  • Slapen
  • Eten
  • Gasten ontvangen

Kleine ruimtes:

  • Opslag ruiter benodigdheden
  • Opslag dagelijkse benodigdheden
  • Studeervertrek
  • Bibliotheek

De hoofdruimte van het gebouw is de hal, welke vierkant is. In deze hal worden feesten, voorstellingen, bruiloften en recepties gehouden. Na de hal komt men in de privé vertrekken. De hal werd gezien als het dorpsplein van het huis, het centrum van administratie en entertainment, evenals het forum* in oude steden. De villa staat centraal in het land en de hal staat centraal in de villa wat de hal en loggia de pracht van het geheel maakt. In de afbeelding hieronder is de loggia weergeven in het blauw en de hal in het geel.

*Forum: Oud Grieks woord voor een publieke plek, waar iedereen met elkaar van gedachten kan wisselen.


De loggia ligt centraal boven de voorplaats (het plein voor de loggia). Hier werden spelen gehouden, kwam de oogst binnen, vond men toegang tot de leefvertrekken en het verfraaide het huis. De loggia had meerdere functies. Het was een plek om te eten, een verkeersruimte en een plek voor recreatie. Zoals ook de hal staat de loggia centraal in de compositie van het gebouw.

De plattegrond is georganiseerd volgens de regels in de Quattro Libri, de 7 verhoudingen tussen lengte en breedte, die worden afgeleid van een basisgetal dat zowel betrekking heeft op de lengte of breedte van het gebouw. Hier wordt verder op ingegaan onder het kopje “Proportiesystemen”.

Omdat de hoogte van de ruimtes afhankelijk is van de lengte en breedte is er een compositionele relatie tussen de ruimtes van de villa. De centrale hal is de grootste en hoogste ruimte. De kleinste ruimte is de Mezzati, gesitueerd rond de trap. Ondans het volumiek verschil, zijn beide ruimtes gecompositioneerd als één ruimte.

De locatie van de trap is erg belangrijk in de compositie van Palladio’s Villa’s. De huizen met één begane grond hebben een smalle/kleine trap, omdat deze geen belangrijke functie hebben. Deze diende enkel voor de dienaren. Huizen met twee begane gronden hebben ovale trappenhuizen, recht achter de voorgevel. In deze huizen is de hal een vierkante hal met vier kolommen. In villa Emo is de eerste situatie, met één begane grond, van kracht.


Proportiesystemen van de Palladio-villa













Verhoudingsysteem








Aan de hand van de afmetingen, van verschillende vertrekken hebben we een verhoudingssysteem afgeleid. Dit berust op onze interpretatie daarvan.






In de linkervleugel hebben we een verhouding geconstateerd van: 4 : 1 : 2 : 1, centraal: 1 : 2 : 3 : 4,5 en tot slot bij de rechtervleugel een verhouding van: 3 : 2 : 1 : 1.









Deze verhoudingen hebben wij in een massa maquette weergegeven (zij afbeelding). Door middel van een blokkendoos systeem is duidelijk te zien uit welke verhouding het gebouw is opgebouwd.















In villa emo vinden we ruimtes van 16x16, 12x16 en 16x27 voet aan weerszijde van de porticus (eveneens 16x 27) en de zaal(27x27).

De verhouding 16:27 kan alleen worden begrepen als we haar opsplitsen; ze moeten worden gelezen uit 12: 24: 27, dat wil zeggen, als kwint een grote hele toon (=2:3 en 8:9).

Op dezelfde manier kan de samengestelde verhouding 12:27 worden voortgebracht uit 12:24:27, dat wil zeggen octaaf en grote hele toon(=1:2 en 8:9).

Aldus zijn de onder elkaar geschreven getallen 27, 16 en 12 die de aandacht van de lezer trekken, volkomen begrijpelijk als uitkomst van de voortbrenging van de verhoudingen. Soortgelijke proporties treffen we in de beide vleugels aan; 12 is wederom de middenwaarde die deze keer tussen 24 en 48 is ingevoegd.

Het harmonische karakter van deze reeks is duidelijk, 2 : 1 : 4, waarbij 1:4 twee octaven vormt (=1:2:4).
Het hele gebouw doet zich voor als een ruimtelijke orkestratie van de constantenwaarde 12, 16, 24, 27 en 48.



Blauw = 27x27
Rood = 27x16
Geel = 16x16
Lichtroze =12 x 16

dinsdag 7 september 2010

Literatuur Veneto Palladio

Bladzijde 228 Paladio: the Agricultural villa

Ondanks dat Palladio’s villa’s zijn gesitueerd op een plat landschap, zijn er sommige voorbeelden die gebouwd zijn heuvel of berg.

Een van de gesitueerde villa’s in een vlak landschap is Villa Emo. Dit is een voorbeeld van een compleet ontwerp op een as.
Deze ontwerp vertoont veel elementen van Palladio’s vocabulaire, die gebruikt werden om huizen, tuinen en landschappen in relatie te brengen.

Villa Cornaro is een van de villa’s die 2 begane gronden heeft van gelijke importantie.


Nadat de overzeese handel was ingestort en series van militair falen, viel Venetie terug op zijn eigen regio, het Veneto.
De grootste stoot tegen de economie veroorzaakte een agrarische ontwikkeling op het platteland. Dit leverde een mogelijkheid om te investeren in de handel.

De Veneto villa verschilt van de andere villa’s in Italie, omdat de economischie omstandigheden de functie hebben vastgesteld.


Bladzijde 229

In de historie van de Italiaanse Villa was de intentie rust en ontspanning.
In de trant van natuur. De Veneto villa daarintegen, was een boerderijvoor arbeid.

Halverwege de 16e eeuw was de Disorsi della vita sobria op advies van Alvise Cornaro gepubliseerd.

Er ontstond een nieuwe interesse in het agrarische leven.
Het agrarische leven werd ervaren als een heerlijke/goddelijke beleving. Door de welvaart op het land, was het moeilijk te geloven dat er meer geld verdiend kon worden buiten de agrarische werkzaamheden.


Het nuchtere uiterlijk van de villa is in overeenstemming met het ideaal van vita sobria. Volgens Palladio waren de huizen die antiek genoemd werden gebouwd zonder decoratie.
Er ontstond het idee om de villa te zien als een object, en werd vervolgd in een serie objecten. Op deze manier verdween zijn persoonlijkheid tot een bepaald punt van het werk.
Bladzijde 233 - 237

De Hal
De ideale hal is vierkant, feesten, voorstellingen, bruiloften en recepties.
Na de hal komen de privé vertrekken. Een hal werd gezien als dorpsplein van een huis. Centrum van administratie en entertainment, evenals het forum in oude steden.
Villa centraal in het land, en hal centraal in de villa. De hal en loggia zijn de pracht van het geheel.

De loggia
Loggia centraal boven voorplaats (plein voor loggia). Hier werden spelen gehouden en kwam de oogst binnen. Toegang tot leef vertrekken en het verfraaid het huis.
Doelen van de loggia: eten, lopen plek van recreatie. Loggia en hal staan centraal in de compositie.


De entree
De entree versterkt de status van het gebouw en wekt een goddelijke status voor de eigenaar. Het familiewapen is dan ook verwerkt aan de voorkant.

De treden
De treden zijn zo geconstrueerd dat het gebouw gelift wordt van het landschap. Dit levert twee voordelen.
Ten eerste woont de bediende nu onder het huis i.p.v. aan/tegen het huis.
Ten tweede is er een beter overzicht over het landschap, waardoor het behaaglijker wordt. Hierdoor lijkt het alsof de Villa het landschap beheerst.

De voortuin
Het originele layout is onbekend. Er wordt gesuggereerd dat het een open ruimte was.
Een open voortuin verzekerd dat de villa van veraf gezien kan worden en dat het een uitzicht heeft over de velden.
Ruimtes die grensde aan de voortuin waren; schuren, huizen van de boeren en de stallen.


Bladzijde 237 - 240

De plattegrond
Volgens Wittkower behoort de plattegrond tot en geometrisch schema. 3 types.
1: 4 gelijke zones
2: 3 zones verhouding 2:3:2
3: 3 gelijke zones
Vertrekken georganiseerd volgens de regels in de Quattro libri. 7 verhoudingen tussen lengte en breedte, die worden afgeleid van een basisgetal dat zowel betrekking heeft op de lengte of breedte van het gebouw.

Omdat de hoogte van de ruimtes afhankelijk zijn van de lengte en de breedte is er een compositionele relatie tussen de ruimtes van de Villa. De Centrale hal is grootste en hoogste ruimte. En de kleinste ruimte is de Mezzati gesitueerd rond de trap. Ondanks het volumiek verschil, zijn beide ruimtes gecompositioneerd als 1 ruimte.

De locatie van de trap was erg belangrijk in de compositie van Palladio’s Villa’s.
De huizen met 1 begane grond hebben een smalle/kleine trap, omdat deze geen belangrijke functie hebben. Deze diende enkel voor de dienaren.
Huizen met 2 begane gronden hebben ovale trappenhuizen, recht achter de voorgevel. In deze huizen is de hal een vierkante hal met 4 kolommen.

Bladzijde 237 - 240

Landschap
De raison d^etre van de Veneto Villa was reclame vanuit het platteland. Vanuit dit perspectief was de eigenaar van de villa centraal in het uitzicht.

De velden werden voornamelijk gemaakt volgens de Romeinse centuratio, welke nog steeds bestaat in een primitieve vorm. Dit systeem bestaat uit vierkanten van 625 x 625 meter.

De manier waarop het landschap met de Villa in relatie wordt gebracht, wordt beschouwd als achtergrond van de ideeën over landschap en natuur.

De moestuin is gesitueerd aan de rand en gecamoufleerd door hoge heggen en boven. De bomen aan de bovenkant hebben een presentatieve functie. Enkele elementen in dit deel van de tuin (denk aan lage muurtjes, poortjes en bomen) dwingen het uitzicht naar de horizon.

Door de tuin, huis en landschap te linken met elkaar in een esthetisch uitzicht. De zichtlijnen van de loggia en hal zijn zo geschakeld richting de toegangswegen van het landschap. Landschap en villa vallen hierdoor samen in een architectonisch gebouw, door deze toegangswegen.

Op deze assen kunnen enkel elementen worden toegevoegd/weggelaten voor de integratie van het landschap. Volgens Palladio maakte de weg ook deel uit van deze integratie. Het is een omgeving op zichzelf, een beetje hoger dan de velden kruist het, geschaduwd door bomen biedt het aangename uitzichten.

Volgens het Arcadische Ideaal: wat verloren gaat aan de buitenkant valt terug te winnen in het interieur.
In de versieringen aan de muren van de ontvangstkamers kon het ideaal van het plattelands leven opnieuw gecreëerd worden en werd het landschap hersteld naar zijn Arcadiaanse betekenis. Arcadia, als de perfecte illusie, was dus toegevoegd aan de villa.